|
Probleemoplossen en Dataverwerking
G. Polya (1945) How to Solve it.
- Het probleem begrijpen
- Is duidelijk wat er gevraagd wordt? Wanneer je het probleem niet begrijpt hoef je er ook niet op te rekenen dat je het kunt oplossen. Vraag onduidelijk of ambigue: stel dan zelf nieuwe vragen. Analyseer de vraag: maak overzicht van onderdelen.
- Is duidelijk wat er bekend is? Wat is de aard van de data (de input, het bekende) en de randvoorwaarden (context)? Weet je genoeg, heb je redundante / conflicterende informatie.
- Zijn de data voldoende om het resultaat te produceren?
- Een plan maken
- Is het probleem te splitsen in (liefst onafhankelijke) deelproblemen?
- Zijn er bestaande algoritmen / procedures / oplossingen die het gewenste resultaat opleveren?
- Is er misschien een algemener probleem dat makkelijker oplosbaar is?
- Is er misschien een specifieker probleem dat makkelijker oplosbaar is?
- Is er een bekend probleem dat er op lijkt en dat je wel kunt oplossen (analogie)?
- Maak gebruik van een schema of een schets.
- Het plan uitvoeren
- Check bij het uitvoeren van het plan elke stap. Ben je steeds overtuigd van de correctheid van elke stap?
- Reflectie
- Kun je achteraf de correctheid van het resultaat checken en de gedachtengang die tot dit resultaat leidde?
- Had je op een andere / snellere / efficiëntere manier tot hetzelfde resultaat kunnen komen. Zie je de oplossing nu in een oogopslag?
- Is het resultaat of de methode van oplossen bruikbaar voor het oplossen van een toekomstig probleem?
|