WINNIE DE POEH en de VREES voor het MULTIPLE CHOICE-TENTAMEN
Robert M. Topman
Deel 3.8
Een heel Klein Beestje kan toch Dapper en Verstandig doen.
"Knorretje," begon de psycholoog. "Je zei laatst dat je de angst van Konijn om te mislukken herkende. En bij de bespreking van het Tentamen recept vertelde je dat je het moeilijk vond een vraag die je niet wist over te slaan."
Knorretjes oortjes werden rood.
"Soms ben je heel bang en soms heel dapper. Kun je daar wat meer over vertellen?" vroeg de psycholoog.
"Het is moeilijk om dapper te zijn," snikte Knorretje. "Het is zo moeilijk als je maar een Heel Klein Beestje bent."
Uil zag zijn kans schoon voor een Verstandige Opmerking: "Kleine Knor heeft last van een negatief Zelfconcept," sprak hij deftig.
"Dat zou je wel kunnen zeggen," zei de psycholoog.
"Je hoort het," zei Iejoor, "Uil weet alles, zelfs als je er niet naar vraagt."
"Weet Uil Alles?" riep Konijn geschrokken uit.
De psycholoog ging gewoon verder: "Het is moeilijk om dapper te zijn, dat begrijp ik. Maar Knorretje, besef je dat je heel vaak zegt dat je een Klein Beestje bent? Als je zo benadrukt dat je klein bent, dan worden de moeilijkheden groter."
"Ja maar," snikte Knorretje verder, "ik ben toch Klein!"
"In afmetingen ben je niet zo groot als bijvoorbeeld Iejoor. Maar jj doet net alsof je in alles klein bent. Probeer wat meer af te wegen waarin je groot bent en waarin je klein bent," adviseerde de psycholoog.
En Poeh zei: "Beste Vriend Knorretje, weet je nog dat ik een keer een liedje voor je heb gemaakt. We waren op bezoek bij Uil. Ik hoopte dat hij een hapje van het een of ander zou aanbieden. Toen werd zijn huis omgeblazen. Voor de verandering zat toen de brievenbus in het plafond. Wij zaten opgesloten. Uil kon precies uitleggen hoe het allemaal zat, maar daar kon je niet mee Ontsnappen. Jij bent toen heel Dapper naar boven geklommen om hulp te halen."
"En," reageerde de psycholoog, "als je toen steeds in jezelf had gezegd: 'Ik ben zo klein, ik ben zo klein', dan had je niet gedurfd."
"Maar ik was heel bang," zei Knorretje zachtjes.
"Ja," zei Poeh, "als je toen toch niet zo Dapper had gedaan, dan zaten we er misschien nog ... zonder eten."
"Je wist dat je klein was," ging de psycholoog verder, "en dat je daar rekening mee moest houden. Daardoor ging het heel goed."
"Je bent klein, maar je gedroeg je groots... Een grapje," voegde hij er verlegen aan toe.
De oortjes van Knorretje gloeiden.
Iejoor zei: "Het is misschien Aandacht vragen, maar hoe zit het nou met het niet durven overslaan van te moeilijke vragen? Zeg je dan ook iets in jezelf?"
"Ja," zei Knorretje, "ik denk dan: 'Ik moet het weten', of: 'Als ik dat niet weet dan zal ik de rest ook niet weten."
Oefen bijvoorbeeld met proeftentamens om dan toch door te gaan," zei de psycholoog. En hij eindigde met: "Wat je ook denkt, stuur jezelf op een verstandige manier en ga verder."
"Want, Knorretje," zei Konijn, "jij hoeft niet Alles te weten; als het maar genoeg is voor een voldoende."

Deel 4: 4.1