Vici voor Willem van der Does
Prof.dr. Willem van der Does krijgt een Vici-subsidie voor zijn onderzoek naar de behandeling van depressies. Het is de eerste Leidse Vici voor psychologisch onderzoek. Van der Does gaat proberen om onderzoeksresultaten uit de experimentele psychologie om te zetten in concrete behandelmethoden. Ze moeten niet alleen helpen een depressie te verdrijven, maar ook te voorkomen.
![]() Van der Does: 'Zo'n subsidie binnenhalen lukt alleen als je kunt werken met goede collega's.' |
De Vici-subsidie bedraagt maximaal een-en-een-kwart miljoen euro. Van der Does kan hiermee in vijf jaar tijd een eigen onderzoeksgroep opbouwen. De Vici is bestemd voor excellente, zeer ervaren onderzoekers die met succes een vernieuwende onderzoekslijn hebben ontwikkeld. Vici-winnaars behoren tot de top van hun onderzoeksveld en hebben bewezen als coach voor jonge onderzoekers te kunnen optreden.
Depressie
Van der Does doet al jaren onderzoek naar depressie: 'Depressieve mensen ervaren een groot persoonlijk leed en ook de samenleving ondervindt op allerlei manieren de gevolgen van depressiviteit. Zeventien procent van de mensen is gedurende een bepaalde periode in het leven depressief. Daarmee is depressie de meest voorkomende psychiatrische aandoening.'
![]() |
Behandeling
Een depressie is redelijk goed te behandelen, weet Van der Does. Toch is het zo dat sommige mensen restsymptomen houden en na een succesvolle behandeling kwetsbaarder blijven voor nieuwe depressies dan mensen die niet eerder een depressie gehad hebben. Met zijn Vici-subsdidie wil Van der Does onder andere nagaan of je aan de hand van biologische of psychologische kenmerken kunt voorspellen of iemand kwetsbaar is voor depressie en of je kunt voorkomen dat iemand opnieuw depressief wordt.
Serotonine
Hoe denkt hij dat te gaan doen? Van der Does: 'Dat kan op meerdere manieren. Een daarvan maakt gebruik van een zogenaamde challenge-test. Dat houdt bijvoorbeeld in dat we mensen kort op een dieet zetten dat de serotonineproductie beïnvloedt, zodat de hersenen minder serotonine aanmaken. Een deel van de mensen die eerder een depressie hebben gehad, zijn gevoelig voor deze manipulatie en ervaren lichte depressieve symptomen, maar lang niet iedereen. Het is de vraag of de eerste groep ook kwetsbaarder is voor herhaling van depressie - of de test dus voorspellende waarde heeft. Verder is het effect slechts kortdurend, maar lang genoeg om allerlei metingen te verrichten, bijvoorbeeld van aandacht, geheugen, of waarneming. Die laatste effecten zijn er ook bij de deelnemers die niet somberder worden van de challenge-test, en bij mensen die starten met antidepressieve medicatie. Ook hier is de vraag of die effecten vooruitlopen op een verandering in symptomen. Als dat zo is, zouden antidepressiva en cognitieve therapie deels via eenzelfde mechanisme kunnen werken.'
Perfectionisme
Depressieve mensen hebben vaak specifieke denkpatronen - die zijn het voornaamste aangrijpingspunt van cognitieve therapie. Perfectionisme is zo'n risicofactor. Van der Does: 'Deze mensen zijn geneigd te denken: ''Als niet alles goed gaat, ben ik een mislukkeling". Tijdens een depressie zijn dit soort denkbeelden allesoverheersend, maar als de depressie opklaart raken ze veel meer op de achtergrond. Psychologische kwetsbaarheid kun je definiëren als het gemak waarmee dit soort denkpatronen weer geactiveerd kunnen worden - bij sommige mensen gebeurt dat al door vrij kleine tegenslagen. Een van onze bijdragen aan dit onderzoeksveld is het ontwikkelen van een efficiënte meetmethode hiervoor, en het onderzoek naar de relatie met biologische kwetsbaarheid.'
Nieuw
Van der Does probeert al een aantal jaren in zijn onderzoek een verbinding te leggen tussen de psychologische en de meer neurobiologische benadering van depressies. Hij publiceert al een jaar of vijf in beide typen wetenschappelijke tijdschriften. Van der Does: 'Ik denk dat de Vici-jury de verbinding tussen het psychologische en neurobiologische vooral gewaardeerd heeft.'
Links
Prof.dr. A.J.W. van der Does
Artikel nieuwsbrief 'Depressie in woord en beeld'
(30 januari 2007/DH)