Leidse wetenschap gaat online
Stelling 9 bij een Leids proefschrift van 15 februari 2005 luidt: 'Een belangrijke stap in het vergroten van de zichtbaarheid van onderzoeksresultaten van de Universiteit Leiden zou het online beschikbaar stellen van proefschriften zijn'.
De auteur wordt op zijn wenken bediend. Sterker nog: zijn eigen proefschrift zou eigenlijk al in digitale versie bij de Universiteitsbibliotheek ingeleverd moeten zijn. In 2005 komen namelijk alle Leidse proefschriften op het web. Promovendi worden verplicht een digitale versie van hun boekje aan te leveren. Ook de oraties van nieuwe hoogleraren worden meegenomen. Die waren overigens al wel digitaal beschikbaar.
De digitalisering van proefschriften is onderdeel van een grote operatie die als doel heeft uiteindelijk alle Leidse wetenschappelijke publicaties online op te slaan en beschikbaar te maken. Het programma heet Open Access Leiden, en is bedoeld als universiteitsbrede dienst die in de eerste plaats het wetenschappelijk onderzoek zelf wil vergemakkelijken. Maar ook de openbare toegankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek is erbij gebaat. Wie bijvoorbeeld in de zoekmachine Google achternaam en voornaam van een Leids promovendus intikt krijgt gegarandeerd als een van de eerste 'hits' toegang tot het proefschrift. Probeer het maar met 'Blomqvist, Milena'.
Als een 'pilot' zal in mei het volledige wetenschappelijke werk van een stuk of tien individuele Leidse hoogleraren digitaal beschikbaar worden gesteld, die allen hun sporen in de wetenschap ruimschoots verdiend hebben. Onder hen zijn bijvoorbeeld zeven winnaars van de Spinozaprijs, de hoogste wetenschappelijke prijs van Nederland.
Marlon Domingus (UB), projectleider van dit onderdeel van de digitaliseringsoperatie: 'we hadden verwacht dat juist heel goede en drukbezette wetenschappers weinig zin in zouden om mee te werken. Vanwege het gedoe, maar ook uit angst dat rijp en groen door elkaar zouden komen te staan op het web'. Maar die bereidheid bleek enorm mee te vallen. Domingus: 'juist doordat we voor een 'top down' aanpak hebben gekozen, en beginnen met de meest gerenommeerde onderzoekers en zoveel mogelijk werk uit handen nemen, bleek de belangstelling juist onverwacht groot'.
Een tijdrovende klus is het echter wel. Het digitaal beschikbaar maken van hele oeuvres is een enorme inhaalslag. Domingus vertelt dat hij samen met het UFB zaken doet met een bedrijf dat 30.000 pagina's voor hem gaat scannen. Dit materiaal wordt eerst door speciaal aangetrokken student-assistenten uit de boekenkasten van de wetenschappers geoogst. Maar als de inhaalslag eenmaal gemaakt is kan een onderzoeker bij ieder nieuw artikel volstaan met het uploaden van een pdf-je.
De wetenschappelijke publicaties zullen niet alleen door de Universiteit Leiden worden beheerd. De Koninklijke Bibliotheek biedt namelijk de dienst van een e-depot ten behoeve van langdurige opslag aan. Dit betekent dat alle publicaties die de Universiteit Leiden voor de 'eeuwigheid' voor het publiek beschikbaar en bereikbaar zullen zijn. Domingus: 'De KB garandeert dat het over 100 jaar nog werkt en beschikbaar is'.
Naast de wetenschappelijke publicaties zelf worden ook de basisgegevens van archeologische opgravingen op het web toegankelijk gemaakt. De digitale bestanden zijn er al wel, maar liggen meestal onbeheerd, ongedocumenteerd en ontoegankelijk ergens in de lade van een bureau op een werkkamer. Dit project heet het e-depot Nederlandse archeologie. De faculteit Archeologie van de Universiteit Leiden is penvoerder van dit landelijke project en heeft in de Leidse Open Access database een proeftuin.
Het vierde project van Open Access Leiden is DARC (Distributed Africana Repositories Community ). Dit is een initiatief van het Afrika Studie Centrum in Leiden. Het is een netwerk en database van alle Afrikanisten in Nederland, die hun expertise en publicaties beschikbaar stellen op het web. Ook een koppeling met een digitale leeromgeving is gepland.
De projecten en bijbehorende projectleiders zijn te vinden op: http://www.dare.leidenuniv.nl/
(22 februari 2005)