Voorwoord Liza Meijer

Katalysator in het denken over activiteitgericht huisvesten

“De afgelopen anderhalf jaar is voor iedereen buitengewoon roerig geweest. Buiten kijf staat dat de effecten op menselijk niveau vreselijk zijn geweest. Vanuit beroepsmatig perspectief is de pandemie wel een katalysator geweest in het denken over activiteitgericht huisvesten (AGH). Thuiswerken was het adagium. Dat heeft enorm bijgedragen aan de ervaring om niet uitsluitend achter je eigen bureau op kantoor te zitten.

Niet alleen bood deze transitie kansen voor het programma activiteitgericht huisvesten, ook voor het werken en leren op de Universiteit Leiden in de breedste zin van het woord. Daarom heeft het College van Bestuur het nieuwe programma Campus voor de Toekomst in het leven geroepen. Veel elementen uit het AGH-programma zijn daarin opgenomen. Maar er zijn ook aspecten toegevoegd, die zijn voortgekomen uit de opgedane ervaringen tijdens de lockdowns. In het programma Campus voor de Toekomst is bijvoorbeeld nu ook thuiswerkbeleid geformuleerd en medewerkers krijgen allemaal een laptop, telefoon en goede bureaustoel voor hun werkplek thuis. Die integrale benadering is heel waardevol.

We hebben de afgelopen anderhalf jaar niet stilgestaan. De lopende pilots – de verbouwing van het ISSC in het Snelliusgebouw, de verbouwing van de gang van het College van Bestuur, SAZ, het Instituut voor Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie (CAOS) en het Faculteitsbureau in het Pieter de la Courtgebouw – konden gelukkig gewoon doorgang vinden. Verderop in dit e-zine leest u er alles over. De evaluatie ervan staat klaar, maar pas als mensen weer op kantoor zijn en we op een serieuze manier hebben kunnen oefenen, kunnen we goed evalueren. Wat we al wel weten: activiteitgericht werken en hybride werken vloeien meer en meer in elkaar over. De pilotomgevingen lenen zich daar goed voor, maar het is niet de insteek van het programma geweest. De toekomst zal uitwijzen of er aanpassingen nodig zijn.

Nu deze eerste pilots zijn afgerond, kijken we vooruit, naar de Campus van de Toekomst. Daarin is het nu zoeken naar een goede balans tussen ontmoeten en rustig je werk kunnen doen. We willen nog steeds geen kantoortuinen, maar ook geen achtpersoonswerkkamers. In ons programma van eisen gaan we uit van het zogeheten kloosterconcept: één- en tweepersoonskamers voor geconcentreerd werken in combinatie met aangename ruimtes. Speelse plekken waar je je werk kunt doen en verder voldoende soorten (hybride) vergaderruimtes zoals belcellen, teamboots en akoestische stoelen en treincoupés. We gaan uit van ontmoeten, geïnspireerd worden en rustig en geconcentreerd werken.

‘We gaan uit van ontmoeten, geïnspireerd worden en rustig en geconcentreerd werken.’

In het kader van het onderwijs gaan we aanpassingen doen in de onderwijszalen. We willen het grootschalige terugbrengen. Dat betekent geen extra amphizaal, maar kleinere, vlakke vloer-theaterachtige zalen. Onderwijszalen die flexibeler aan te passen zijn naar omvang. Een spannende keuze, maar we denken dat het een goede is, omdat je meer de nadruk op het ontmoeten kunt leggen. Ook binnen je onderwijs.

Voor ons ligt de vraag hoe we op termijn met meer groei, met minder meters afkunnen. We kiezen er bijvoorbeeld nu al voor dat medewerkers van andere afdelingen gebruik mogen maken van elkaars ruimten. Dat is best een spannend proces, maar wel nodig. De eerste reacties zijn positief: medewerkers zijn heel blij met hun nieuwe werkplek. We kijken met vertrouwen naar de toekomst.”

Liza Meijer

Corporate Real Estate Manager, Expertisecentrum Vastgoed Huisvesting en Gebiedsontwikkeling